Pyracantha is een geslacht van 10 soorten. De kleine bomen of struiken zijn inheems in de landen rond de Middellandse Zee en in de gematigde zones van Azië. Het zijn breedbladige groenblijvende planten die tot 6 meter hoog kunnen worden. De bladeren zijn klein, ovaal, donker groen en glanzend en groeien in een alternerend patroon of in clusters.
De bladeren hebben gekartelde randen. De twijgen hebben lang scherpe doorns die erg geïnfecteerde wonden kunnen veroorzaken. In de lente verschijnen er kleine witte geurige bloemen in clusters en gele, oranje of rode bessen decoreren de boom van de late zomer tot de winter, als de vogels ze niet stelen. De bladeren, bessen en zaden bevatten waterstofcynanide en zijn dus bitter en lichtjes giftig voor mensen.
De vuurdoorn wordt dikwijls gebruikt als sierstruik of als haag. Hij is zeer geschikt als bonsai, ook voor beginners, omdat hij makkelijk uitloopt op oud hout en heel goed reageert op snoeien en bijsnijden. De Aziatische soorten, de klein bladige vuurdoorn (Pyracantha angustifolia)en de Europese soorten (Pyracantha coccinea) worden meestal gebruikt als bonsai en er zijn ook verschillende mooie cultivars met verschillende kleuren bessen.
Gebruik onze Bonsai-identificatie gids om je boomsoort te achterhalen.
Specifieke bonsai verzorgingshandleiding voor de Pyracantha Bonsai
Positie: De vuurdoorn houdt van een zonnige of halfschaduw plaats gedurende het groeiseizoen. Hij heeft een bepaalde hoeveelheid zonlicht nodig om fruit te produceren maar moet tegen extreme hitte en zon beschermd worden in de warmere klimaten. Vuurdoorns zijn vorstbestendig maar als ze in containers/potten geplant zijn is het toch aangeraden om ze te beschermen tegen sterke vorst en wind. Een koude serre is een goede plek voor winter bescherming.
Watergift: Hou de wortelkluit altijd lichtjes vochtig. In de zomer, als de boom bloemen en fruit produceert heeft hij veel water nodig en mag hij niet uitdrogen, er tegelijkertijd ook op lettend niet te overwateren. In de winter heeft de boom minder water nodig.
Bemesten: Geef vaste organische meststof iedere 4 weken of geef elke week een vloeibare meststof gedurende het groeiseizoen. Gebruik een gebalanceerde meststof met voldoende Fosfor en Kalium om bloem-en fruitvorming te bevorderen.
Snoeien en bedraden: De lente of late zomer zijn goede tijdstippen om een dicht bladerdak uitte dunnen en dode delen te verwijderen. Nieuwe scheuten worden teruggesnoeid tot 2 bladeren in het groeiseizoen na het uitlopen. Zelfs harde snoei wordt getolereerd en de Vuurdoorn zal gewillig uitlopen vanaf oud hout, op voorwaarde dat de boom gezond en krachtig is. Te grote bladeren kunnen op elk moment verwijderd worden. De meeste vorm snoei kan met een schaar gedaan worden.
Bedraden is mogelijk, maar let op met de doorns. Oudere takken van de Vuurdoorn Bonsai zijn stijf en breekbaar, maar jongere twijgen zijn buigzaam en kunnen gemakkelijk gevormd worden. Als je veel wil bedraden aan een vuurdoorn is het misschien verstandig om de doorns eerst af te knippen. Het gebruik van spandraden is soms een betere optie.
Verpotten: Verpot de vuurdoorn iedere 2 jaar en oudere bomen iedere 3 tot 5 jaar in de vroege lente. De boom verdraagt wortel snoei goed en heeft geen speciale noden betreffende de grond. Gebruik een goed drainerend standaard grondmengsel. De vuurdoorn kan in licht zure, neutrale of zelfs alkalische grond groeien.
Vermeerdering: De vuurdoorn kan vermeerderd worden uit zaad, stekken of marcotteren. Half verhoute stekken kunnen in de zomer genomen worden.
Plagen en ziektes: De vuurdoorn kan aangevallen worden door een aantal soorten ongedierte en ziektes. Bladluizen, dopluizen, spintmijten, bladboorders kunnen opduiken, alsook bacterievuur, een bacteriële infectie, of de schimmelinfecties schurft of roetdauw. Gebruik een specifiek pesticide in geval van een besmetting. Wortelrot kan ook voorkomen als de boom overwaterd is.
Bekijk onze Bonsai verzorging pagina's voor meer gedetailleerde informatie over deze technieken.
Pyracantha Bonsai
Vuurdoorn Bonsai (Pyracantha)