Het geslacht Jeneverbes bestaat uit meer dan 50 variëteiten en behoort tot de cipres-familie. De Jeneverbes is een groenblijvende conifeer, boom of struik en zeer populair voor Bonsai doeleinden.
De populairste soorten zijn de Chinese Jeneverbes (Juniperus chinensis), Japanse shimpaku (Juniperus sargentii), Japanse naald Jeneverbes (Juniperus rigida), de savin (Juniperus sabina) en de gewone (inlandse) Jeneverbes (Juniperus communis) maar ook vele andere soorten en variëteiten uit alle delen van de wereld die beschikbaar zijn in onze kwekerijen.
Kleuren van het loof variëren van donker blauw-groen tot licht groen en sommige variëteiten goudgeel-groen. Het loof kan bestaan uit geschubd loof of naaldloof. Soorten met geschubd loof hebben als jonge planten vaak eerst naaldloof (dit word jong/stress loof genoemd), het gebruikelijke geschubde loof verschijnt later. Na stevige snoei, buigingen, overbewatering of andere stressfactoren kan het stressloof weer terug keren, het kan daarna wel een jaar of langer duren voordat er weer voldoende geschubd loof is teruggegroeid waarna het naaldloof verwijderd kan worden. Bij sommige soorten hebben de uiteinden van scheuten van mannelijke planten in de lente een kleine geelachtige verdikking, die wolken geel stuifmeel loslaten als je ze aanraakt. De vrouwelijke planten geven besjes, de besjes zijn rond of ovaal, Afhankelijk van de soort zijn ze tussen de 3 mm en 2 cm groot en duurt het ongeveer twee jaar om te rijpen. De zaden zijn rond of hoekig, De bessen worden vaak door vogels opgegeten die dan later de vruchtbare zaden verspreiden door deze weer uit te poepen.
De Jeneverbes is zeer geschikt om doodhout bij toe te passen (Jin en Shari). Dit komt doordat de levensader onder een gebroken of door op een andere manier gestorven tak uit zal drogen en zal sterven. Dit creëert natuurlijk doodhout wat dan wordt ontdaan van de bast en schoon gemaakt waarna het door de zon gebleekt word (toepassing van jin vloeistof bevordert het bleek proces). Doodhout bij een jeneverbes is zeer duurzaam. Het grijs/witte doodhout geeft een aantrekkelijk uiterlijk en werkt goed in contrast met de roodbruine of geelbruine bast en het groene loof.
Gebruik onze Bonsai-identificatie gids om je boomsoort te achterhalen.
Jeneverbes Bonsai Film
Specifieke Bonsai verzorging richtlijnen voor de Jeneverbes Bonsai
Standplaats: Plaats de boom het hele jaar buiten, op een plaats met veel zon. De Jeneverbes zal binnen niet overleven. Tijdens de winter moet je de boom beschermen als de temperaturen onder de -10 °c komen. Sommige soorten zullen in de winter verkleuren naar een paars bruin achtige kleur; dit hoort bij het vorst beschermingsmechanisme, in de lente worden ze weer groen.
Watergift: Voorzichtig zijn en niet te veel water geven, de wortels van de Jeneverbes houden niet van een natte grond. Voordat je water geeft is het belangrijk dat de grond wat gedroogd is. Benevelen kan regelmatig gedaan worden zeker nadat de boom pas verpot is omdat deze profiteert van de luchtvochtigheid.
Bemesten: Gebruik normale vaste organische meststoffen elke maand gedurende het groeiseizoen of een vloeibare mest elke week. Als sterke groei gewenst is kan een meststof met een hoger stikstof gehalte gebruikt worden.
Snoeien: Lange scheuten die buiten de vorm groeien kunnen gesnoeid worden bij de basis met een scherpe schaar gedurende het groeiseizoen. Snoei de jeneverbes niet zoals een heg want het verwijderen van alle groeipunten zal de boom verzwakken en de punten zullen bruin worden. Als de loof plateau's te dicht begroeid worden moeten deze uitgedund worden met een scherpe schaar. De jeneverbes is over het algemeen een sterke boom die goed tegen harde snoeibeurten kan, maar hij zal niet op kaal hout opnieuw uitlopen dus zorg ervoor dat aan het einde van elke tak nog wat loof staat om deze in leven te houden.
Bedraden: Jeneverbessen die gekweekt zijn voor Bonsai zijn in de meeste gevallen al stevig bedraad geweest waneer zij nog jong waren. Dramatische verdraaide vormen zijn populair en komen overeen met de natuurlijke vorm zoals ze in de Japanse bergen groeiden. Jeneverbessen kunnen flink gebogen worden, waar nodig ingepakt met raffia of tape als bescherming, wees wel voorzichtig met delen die doodhout bevatten - deze delen breken gemakkelijk. Als ze groot en oud zijn kan je het doodhout er af splijten om de levende meer flexibele delen te buigen. De loof plateau's moeten bedraad en uitgespreid worden na het uitdunnen als dit nodig is, om er licht en lucht in te krijgen anders zullen de binnenste delen van de plateau's sterven ook het risico op schimmels is hoger als de plateau's te dicht begroeid zijn.
Vanuit esthetisch oogpunt willen we een open takstructuur behouden en voorkomen dat de Jeneverbes op broccoli gaat lijken.
Verpotten: Eens elke twee jaar, oudere bomen minder vaak. Gebruik een goed drainerend substraat, snoei de wortels niet te hard.
Vermeerdering: Zaaien of stekken.
Verkrijgen van een jeneverbes Bonsai: Veel geschikte Jeneverbes soorten in verschillende formaten worden bij de meeste kwekerijen en tuincentra verkocht. Vaak vind je daar goed ruw Bonsai materiaal. In tuinen, betonnen bakken en op oude graven die geruimd gaan worden staan soms oude exemplaren en als je geluk hebt geeft de eigenaar toestemming om er eentje uit te graven voor weinig geld of een nieuwe plant. Bonsai kwekerijen bieden alles aan van jonge planten, pre Bonsai, voorgevormde bomen en ook hoogwaardige Bonsai in alle stijlen en formaten.
Ziektes/plagen: Als Jeneverbessen goed verzorgd worden en een ideale standplaats hebben, dan zijn ze goed bestand tegen plagen. Wel is het verstandig het loofdek niet al te dicht te laten worden, anders kan ongedierte zich daar makkelijker in nestelen. In de winter moeten Jeneverbessen een plaats hebben met genoeg licht en regelmatig nagekeken worden want ongedierte kan ook in de winter voorkomen. Jeneverbessen kunnen soms besmet worden met spint, dopluis, bladluis, of Jeneverbes-mot. Een standaard insecticide/bestrijdingsmiddel helpt maar je zult de oorzaak moeten vinden waarom de plant besmet is geraakt. Een groot probleem is perenroest. De verschillende Jeneverbessoorten en cultivars hebben een verschillende gevoeligheid hiervoor. Er zijn ook soorten die hier niet gevoelig voor zijn. Globaal gezien zijn de blauw-groen gekleurde Jeneverbessen hier beter tegen bestand als de gelig-groene soorten. De Japanse Jeneverbessen worden ook maar zelden besmet met Perenroest. Op het internet zijn bestanden te vinden waarin de mate van gevoeligheid van de vele Jeneverbessoorten beschreven worden. Perenroest infecteert een Jeneverbes voorgoed en veroorzaakt zwelling waarbij bruine gallen ontstaan. In de lente, gedurende regenachtig weer, produceren de gallen grote, oranje gelei-achtige uitlopers, vol met sporen, die perenboomloof besmetten. (Er zijn ook soorten die Meidoorn of Granaatappel als gastheer hebben, in plaats van Peer.) De schimmel veroorzaakt bruine vlekken op het perenboomloof. In de late zomer veroorzaakt dit bruine verkleuring aan de onderzijde van de perenbladeren, wat op hun beurt weer sporen ontwikkelt waardoor weer Jeneverbessen besmet worden. Terwijl Peren in de meeste gevallen niet blijvend besmet zijn, -ze worden elk jaar opnieuw besmet en kunnen ook succesvol behandeld worden met een schimmeldodend middel-, kan een besmette Jeneverbes normaal gesproken niet genezen worden. De zichtbaar besmette delen sterven in de meeste gevallen af en de schimmel kan zich weer openbaren op andere delen van de boom. De delen die besmet zijn met de gezwollen delen en gallen geven geen garantie dat de schimmel zich niet weer openbaart. Hoewel er verschillende meningen over bestaan, is het het beste om een besmette Jeneverbes onmiddellijk te verbranden of in de vuilnisemmer te stoppen in plaats van de plant op de composthoop te gooien wegens de hoge resistentie en dus blijvend besmettingsgevaar van de schimmelsporen.
Bekijk onze Bonsai verzorging pagina's voor meer gedetailleerde informatie over deze technieken.