De Hinoki Cipres is letterlijk vertaald een “valse” cipres (het Cupressus genus is de “echte” cipres). Het is een groenblijvende conifeer, inheems in Taiwan en zuidelijk Japan.
De Hinoki cipres kan tot 40m hoog worden en de stam kan een diameter tot 3 m ontwikkelen. De schubachtige bladeren zijn donkergroen en plat, uitwaaierend en varenachtig. De schors is roodbruin en bladert in stroken af. De Hinoki cipres is een tweeslachtige plant die ronde kegels produceert die kleine gevleugelde zaden bevatten.
Als bonsai heeft deze soort constant onderhoud van het loof nodig want als de boom niet regelmatig gesnoeid wordt zullen de lagere en binnenste takken niet genoeg zonlicht krijgen en afsterven. Er zijn enkele dwergcultivars die geschikt zijn als kleine bonsai, zoals de Yatsubusa, Chirimen en Sekka, met zeer klein en compact loof.
Chamaecyparis obtusa 'Nana gracilis' is een mooie decoratieve dwergcultivar maar redelijk moeilijk ls bonsai omdat er geen backbudding is op ouder hout. De Chamaecyparis bonsai wordt gewoonlijk geënt en de onderstam produceert dikwijls een lelijke zwelling aan de stambasis. Mooiere exemplaren worden in Bonsai vakhandels verkocht.
Gebruik onze Bonsai-identificatie gids om je boomsoort te achterhalen.
Specifieke bonsai verzorgingshandleiding voor de Hinoki cipres Bonsai boom
Positie: De Hinoki cipres heeft gedurende het groeiseizoen een plekje in de volle zon nodig. In de winter heeft hij ook veel licht nodig. Bescherm de boom tegen harde vorst en ijzige wind.
Watergift: Geef de Hinoki cipres water zodra de grond droog wordt, maar hou de wortels niet constant kletsnat. Geef kalkvrij water. In de winter geef je minder water maar laat de wortelkluit nooit volledig uitdrogen. Het loof houdt van vochtigheid en kan lijden indien blootgesteld aan hete droge wind.
Bemesten: Geef vaste organische meststoffen iedere 4 weken of gebruik iedere week een vloeibare meststof gedurende het groeiseizoen.
Snoeien en bedraden: Het loof moet regelmatig worden gesnoeid om een teveel aan en overlappende waaiervormige scheuten te verwijderen die anders de binnenste en lagere takken in de schaduw zouden plaatsen. Als de binnenste bladeren niet genoeg licht krijgen zullen ze afsterven en niet terug groeien. De takken van de Hinoki cipres hebben tijd nodig om zich in hun bedrade positie te fixeren. Ze zullen verschillende keren moet herbedraad worden. Het stylen kan op ieder moment in het jaar gedaan worden.
Verpotten: Verpot de Hinoki iedere 2 tot 4 jaar, zeer oude exemplaren kunnen nog langer wachten. De wortels groeien zeer snel en kunnen aanzienlijk gesnoeid worden. Gebruik een goed drainerend substraat, maar voeg in warme klimaten wat humus toe voor water retentie. De Hinoki bonsai houdt niet van kalk en houdt van een lichtjes zure grond.
Vermeerdering: De chamaecyparis van vermeerderd worden uit zaad, zachthout enten en door te marcotteren. Zaden vragen een koude voorbehandeling en het kan tot een jaar duren voor ze kiemen. Zachthout enten kunnen best in de late zomer genomen worden.
Plagen en ziektes: Schildluizen en spintmijten belagen soms de Hinoki cipres bonsai, gebruik dan een specifiek pesticide. Bij bladtipziekte is een speciaal fungicide nodig.
Bekijk onze Bonsai verzorging pagina's voor meer gedetailleerde informatie over deze technieken.
Hinoki cypress Bonsai
Hinoki cipres bonsai, Chamaecyparis.