Gaaf! Schimmels hebben een ander levenspatroon dan planten; ze verzamelen genoeg voedingsstoffen en slaan die op tot zij zelf vinden dat ze vruchtlichamen moeten gaan vormen. Door het hoge suikergehalte kunnen ze zelfs bij lichte nachtvorst nog gewoon door groeien.
Als de boom daar een dosis lente-suikers bovenop gooit, dan willen ze vaak wel.
Lente en herfst zijn de ideale momenten, dan is er voldoende rottend materiaal voor de sporen om te 'kiemen' en te groeien. Maar er zijn ook schimmels die gebruik maken van andere weertypes met het doel om zo ver mogelijk te verspreiden. Denk bijvoorbeeld aan het einde van een zomer-ochtend, waarbij de zon de bodem opwarmt en de luchtlaag aldaar begint te stijgen. Er zijn schimmels die dat precies kunnen afstellen, door de stijgende luchtlaag komen die sporen enkele honderden kilometers. Sommige schimmels lanceren hun sporen zelfs - soms met snelheden die hoger zijn dan je met een race-auto kunt halen. In een windstille ruimte kunnen die sporen wel 40m afleggen.
Hoe dan ook, een teken van een vitale bodem!